Circulaire economie | Leerplandoelstellingen

KOV: Economie D/2006/0279/051

3.3         Leerplandoelstellingen en leerinhouden bedrijfswetenschappen

4            Ondernemen is toegevoegde waarde verdelen

De leerlingen kunnen aantonen dat een onderneming naast een economische verantwoordelijkheid ook een sociale en ecologische verantwoordelijkheid draagt.

4.2         Vergelijking verdeling in een shareholders- en een stakeholdersmodel (sociale verantwoordelijkheid, ecologische verantwoordelijkheid …)

4.1.2     Bedrijfswetenschappen

Ondernemen is toegevoegde waarde verdelen

Niet alleen de wijze waarop toegevoegde waarde gecreëerd wordt is belangrijk, maar ook de wijze waarop ze verdeeld wordt. Hier situeert zich het debat tussen diegenen die het doel van de onderneming zien in maximale opbrengst voor de aandeelhouders en diegenen die de aanspraken van de verschillende stakeholders in overweging nemen. Hoe moet de toegevoegde waarde (winst) op een faire wijze verdeeld worden over de verschillende stakeholders (hogere lonen of lagere prijzen of hoger dividend of meer milieu-investeringen of meer belastingen of meer investeringen in de onderneming zelf)?

Ondernemen schept eveneens een sociale en ecologische verantwoordelijkheid. Hieronder kan men de zin bespreken van belastingen (fiscale fraude), sociale en ecologische investeringen, contracten met de overheid, problemen van sociale uitsluiting en delocalisatie, sponsoring en mecenaat. Ook het juridisch statuut van de onderneming en de verschillende wetgevingen die de rechten van de stakeholders (personeel, consumenten, milieu) moeten waarborgen (het verdelingsconflict), de wetgeving over competitie en contracten met de overheid kunnen hier aan bod komen.

8.2.1     Thema 1: Verantwoord ondernemersschap – duurzaam ondernemen

8.2.1.1  Betrokken disciplines

In chemie kunnen vooreerst de chemische processen die ondernemen op het milieu teweegbrengt en de factoren die de keuze van een productieproces bepalen aan bod komen. Verder kan aandacht gaan naar nieuwe, milieuvriendelijke productietechnologieën, de keuze van alternatieve energiebronnen zoals de brandstofcel, de ontwikkeling van nieuwe materialen in functie van besparing aan kunststoffen en andere materialen, enkele voorbeelden van initiatieven van de chemische industrie in een geest van duurzame ontwikkeling. Inspiratie bieden alvast: Geen duurzame ontwikkeling zonder chemie – Uitgave Fedichem (www.fedichem.be) en Duurzame ontwikkeling, zo gedaan – Tijdschrift Mens nr. 36 (UA-Antwerpen) (leerplan chemie)

In aardrijkskunde komt de ruimtelijke differentiatie van de aarde ter spraken met zowel de fysische als socio-economische verscheidenheid (leerplan tweede graad). De impact van ondernemen op aarde wordt in de derde graad in een brede context worden geplaatst in het thema draagkracht van de aarde. Er wordt aan het duurzaam beheer van grondstoffen en energie en mogelijke oplossingen voor een duurzame levensstijl ruime aandacht besteed. (leerplan aardrijkskunde)

De gevolgen van ondernemen op de biodiversiteit en het leven kunnen het onderwerp van studie vormen in biologie.

Afhankelijk van de gekozen werkvormen kan ook bronnenmateriaal voor dit thema in Engels, Duits of Frans zijn. Indien gekozen wordt voor communicatie leent dit onderwerp zich uitstekend tot uitwisseling van ideeën via internet over de taalgrenzen heen (cf. project Regenwoud).

In het project Regenwoud.com dat tot stand kwam in schooljaar 2002-2003 werd veel belang gehecht aan de culturele invloeden (esthetica) in de kijk op duurzaam ondernemen.

Het zou verrijkend kunnen zijn de visie op duurzaam ondernemen in een historische context (geschiedenis) te plaatsen.

Het hoeft geen betoog dat het vak Nederlands een ondersteunende rol speelt bij de beoordeling van bronnen-materiaal, de communicatie en de presentatie van werkstukken.

In godsdienst kan de vraag worden gesteld naar de ethische dimensie in ondernemen. Wat is de plaats en de methode van ethiek in de economie? Wat zijn de praktische consequenties voor christenen van het “beeld van God zijn” op het vlak van sociale rechtvaardigheid, wereldgeweten en omgang met de (rijkdommen van) aarde. (W. Derkse: Een leefregel voor beginners, benedictijnse spiritualiteit voor het dagelijks leven. Lannoo, Busi-ness ethics: Is een christelijk ondernemerschap economisch leefbaar?)

8.2.1.2  Beschrijving

Verantwoord ondernemerschap impliceert een lange termijn visie die stoelt op drie pijlers: een gezonde onderneming moet winst maken om te overleven, rekening houden met de mensen binnen en buiten de onderneming, nationaal en internationaal, en verantwoordelijkheid op zich nemen voor de belangen van toekomstige generaties. De manier om tegen deze problematiek aan te kijken veronderstelt ook een ethische invalshoek.

8.2.1.3  Werkvormen

Een hele waaier aan werkvormen is mogelijk: bepalen van ecologische voetafdruk van elke leerling (voetaf-druk.nl), vertrekken vanuit gevalsstudies, uitwerken volgens stappenplan van concrete probleemstelling, wer-ken met door de leerlingen zelf aangelegde documentatiemappen, zelfstandig werk rond deelproblematieken (al dan niet ict-ondersteund en in samenwerking met andere vakken), groepswerk, projectwerk (Regenwoud.com), onderwerp voor een scholenparlement.

ONDERNEMINGSPLAN:

  • Op welke vragen moet het ondernemingsplan een antwoord geven?
    1.1 Opdrachtverklaring, doelstellingen, waardecharter
    1.1.2      Keuze van de strategie

GO: Economie 2006/042

BEDRIJFSBELEID

DSET 5:

aantonen dat naast het winstprincipe een onderneming ook een

verantwoordelijkheidsopdracht heeft m.b.t. zorg voor het milieu,

klantgerichtheid en welbevinden van de werknemer;

1.3 Onderneming en bedrijf in hun omgeving

Aantonen dat ondernemingen ook andere doelstellingen kunnen nastreven zoals ethisch en duurzaam ondernemen.
1.4 Ethisch en duurzaam ondernemen

COMPLEMENTAIR GEDEELTE: PROJECT BEDRIJFSSIMULATIE

1 Een overzicht van haalbare projecten die een bijdrage kunnen leveren tot hun ervaring in het ondernemerschap en organisatietalent.

2 Een brainstorm organiseren waaruit een definitieve keuze van project(en) volgt.

3 Het begrip ondernemingsplan verklaren

Een originele naam bedenken

De doelstellingen weergeven om deze missie te realiseren

4 Een SWOT-analyse opstellen en interpreteren

VOET

De VOET worden volgens een aantal vakoverschrijdende thema’s geordend: leren leren, sociale vaardigheden, opvoeden tot burgerzin, gezondheidseducatie, milieueducatie en muzisch-creatieve vorming.

Hoe te realiseren?

Het nastreven van VOET is een opdracht voor de hele school, maar individuele leraren kunnen op verschillende wijzen een bijdrage leveren om de VOET te realiseren. Enerzijds door binnen hun eigen vakken verbanden te leggen tussen de vakgebonden doelstellingen en de VOET, anderzijds door thematisch onderwijs (teamgericht benaderen van vakoverschrijdende thema’s), door projectmatig werken (klas- of schoolprojecten, intra- en extra-muros), door bijdragen van externen (voordrachten, uitstappen).

Het is een opdracht van de school om via een planmatige en gediversifieerde aanpak de VOET na te streven. Ondersteuning kan gevonden worden in pedagogische studiedagen en nascholingsinitiatieven, in de vakgroepwerking, via voorbeelden van goede school- en klaspraktijk en binnen het aanbod van organisaties en educatieve instellingen.

ALGEMENE DOELSTELLINGEN:

  • sociale en communicatieve vaardigheden;
  • een argumentatie kunnen opbouwen en verwoorden.
  • zin voor samenwerking: willen bijdragen tot een leef- en werkomgeving als gemeenschap van mensen;
  • resultaatgerichtheid: gedreven naar het einddoel van de activiteit toewerken;
  • blijk kunnen en willen geven van creativiteit en expressiviteit

KOV: Handel D/2017/13.758/005

7.2.3     Formaliteiten bij de start van een onderneming

56          De wettelijke verplichtingen inzake milieu en ruimtelijke ordening waaraan een ondernemer moet voldoen opzoeken.

  • Milieu en ruimtelijke ordening: wettelijke verplichtingen:
  • stedenbouwkundige vergunning
  • socio-economische vergunning
  • milieuvergunning
  • afvalstoffen
  • milieuheffingen
  • bodemattest
  • Verpakkingsafval: terugnameplicht
  • Elektro: aanvaardingsplicht (Recupel)
  • Milieuloket: functie

7.2.5     Doelstellingen op korte en lange termijn

67          Het begrip ‘duurzaam ondernemen en de drie pijlers waarop dit steunt toelichten.

  • Begrip en voorbeelden
  • De drie pijlers: people, planet, profit

68          Het marketingplan situeren binnen strategische ondernemingsplanning.

  • Strategisch ondernemingsplan
  • Marketingplan als onderdeel van het strategisch ondernemingsplan

69          De verschillende fasen van een strategische ondernemingsplanning toelichten.

  • Fasen strategisch ondernemingsplan:
  • ‘mission statement’: begrip en
  • voorbeelden
  • ondernemingsdoelstellingen
  • strategische doelstellingen
  • strategische doorlichting met SWOT-analyse

70          Het begrip marketingplan toelichten.

  • Onderdelen marketingplan (korte termijn): ondernemingssituatie, marketingmix en actieplan

Via websites van bedrijven kunnen de leerlingen op zoek gaan naar voorbeelden van ‘mission statement’ van bedrijven. De strategische planning is dynamisch gelinkt aan de evoluerende markt.

Duurzaam ondernemen, ook wel maatschappelijk verantwoord ondernemen genoemd, wordt goed uitgelegd op de website van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Vlaanderen. Via websites van bedrijven en de website van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Vlaanderen kan je de leerlingen voorbeelden laten geven van duurzaam ondernemen en van de belangrijkste pijlers daarbij, namelijk people, planet en profit. Een interessante voorstelling wordt gegeven op de Nederlandse website Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Deze context kan ook uitdrukkelijk aan bod komen in de lessen Nederlands, Frans, Engels en Duits.

Het bezoek van een ondernemer of verantwoordelijke Fair Trade of bezoek aan de plaatselijke wereldwinkel kan interessant zijn. Een voorbeeld van een ‘kleinere ‘onderneming’ die het principe van eerlijke handel toepast, is Koffie Kan. Het is goed ook aan te geven dat niet enkel de ‘grotere’ organisaties een inspanning leveren voor eerlijke handel maar dat meer en meer kleine en middelgrote ondernemingen de principes toepassen. In heel wat scholen is er reeds plaats voor het project ‘Wereldwinkel op school’, waarbij deze doelstelling kan toegepast worden. Het project Jieha! dat in het leerplan Bedrijfseconomie van de tweede graad Handel wordt voorgesteld als werkvorm, kan ook hier worden toegepast. Uiteraard zal je dit maar doen als het niet werd toegepast in de tweede graad Handel én zullen de accenten nu ook anders liggen: meer achtergrondinformatie, grondiger kennis van de producten en randvoorwaarden. In heel wat gemeenten worden inspanningen gedaan omtrent ‘fairtrade’. Je kan de leerlingen laten nagaan of dit voor hun gemeente zo is. Ook een vergelijking omtrent de fair trade-inspanningen van de omliggende gemeenten is hier mogelijk. Het geheel kan verwerkt worden in een paper en kan gepresenteerd worden voor de klas.

7.3.2 Relatie met de overheid

79          De rol van de overheid bij duurzaam ondernemen toelichten.

  • Wetgeving: wet betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid
  • Labels bijvoorbeeld Ecolabel, Cradle-to-cradle, MVO prestatieladder
  • Instellingen in verband met duurzaam ondernemen (Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, Vlaams Overleg Duurzame Ontwikkeling)
  • Deugdelijk bestuur en maatschappelijke gevolgen

Voorbeelden van regulerende werking: vestigingswet, milieuwetgeving, vergunning… Een voorbeeld van deregulerende werking is de vormgeving van de Europese Unie (wegvallen van de grenzen…). In het leerplan komt de regulerende en deregulerende werking van de overheid nog op tal van andere terreinen aan bod.

GO: Handel 2005/089

VOET

De VOET worden volgens een aantal vakoverschrijdende thema’s geordend: leren leren, sociale vaardigheden, opvoeden tot burgerzin, gezondheidseducatie, milieueducatie en muzisch-creatieve vorming.

Hoe te realiseren?

Het nastreven van VOET is een opdracht voor de hele school, maar individuele leraren kunnen op verschillende wijzen een bijdrage leveren om de VOET te realiseren. Enerzijds door binnen hun eigen vakken verbanden te leggen tussen de vakgebonden doelstellingen en de VOET, anderzijds door thematisch onderwijs (teamgericht benaderen van vakoverschrijdende thema’s), door projectmatig werken (klas- of schoolprojecten, intra- en extra-muros), door bijdragen van externen (voordrachten, uitstappen).

Het is een opdracht van de school om via een planmatige en gediversifieerde aanpak de VOET na te streven. Ondersteuning kan gevonden worden in pedagogische studiedagen en nascholingsinitiatieven, in de vakgroepwerking, via voorbeelden van goede school- en klaspraktijk en binnen het aanbod van organisaties en educatieve instellingen.

ALGEMENE DOELSTELLINGEN:

FUNCTONELE INFORMATIEVERWERVING

  • al dan niet onder begeleiding relevante en voor hen toegankelijke informatie in herkenbare

concrete situaties vinden, selecteren en gebruiken;

ORGANISATIEBEKWAAMHEID
• bij groepsopdrachten:

overleggen en actief deelnemen; instructies uitvoeren; reflecteren;

ACCURATESSE

  • in staat zijn binnen de voorgeschreven tijd een taak nauwkeurig uitvoeren, voltooien en

afwerken volgens de vooropgestelde eisen;

KWALITEITSBEWUSTZIJN

  • in staat zijn om in te schatten aan welke vereisten een product of dienst moet voldoen en in

staat zijn om aan die vereisten tegemoet te komen;

RESULTAATGERICHTHEID

  • in staat zijn binnen een bepaalde tijd een vooropgesteld resultaat te bereiken.

CREATIVITEIT

  • in staat zijn om persoonlijke ideeën en oplossingen te bedenken.

ZIN VOOR SAMENWERKING

  • in staat zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken;
  • bereid zijn om het werk te bespreken.