Duurzame bevoorradingsketen| Leerplandoelstellingen

LEERPLANDOELSTELLINGEN

Go! Handel; Toegepaste Economie; Logistiek en Distributie 2008/063:

  • LPD 1.4.1.1de belangrijkste taken van een magazijnier (= behandelen van de goederenstroom) omschrijven.
  • LPD 2.1.1 de indeling van magazijnen volgens de plaats in de distributieketen herkennen en illustreren met voorbeelden.
  • LPD 2.1.3 de indeling van magazijnen volgens de mate van automatisering herkennen en illustreren met voorbeelden.
  • LPD 2.2.1 de fasen in de goederenbehandeling (inslag, opslag, uitslag) onderscheiden.
  • LPD 2.3.1 verschillende gangensystemen herkennen en een keuze verantwoorden.
  • LPD 2.3.2 verschillende vormen van stapeling herkennen en een keuze verantwoorden.
  • LPD 2.3.3 verschillende vormen van stellingen herkennen en een keuze verantwoorden.
  • LPD 2.3.4 verschillende vormen van ladingdragers herkennen en een keuze verantwoorden.
  • LPD 2.3.5 verschillende vormen van locatiesystemen herkennen en een keuze verantwoorden.
  • LPD 5.2.1 de orderverzameling in het magazijn omschrijven.
  • LPD 5.2.2 een aantal orderverzamelingssystemen herkennen en toelichten.
  • LPD 7.1 de doelstellingen van de didactische uitstap formuleren.
  • LPD 7.2 in samenwerking met de leerkracht de didactische uitstap voorbereiden.
  • LPD 7.3 verslag over de didactische uitstap uitbrengen.
  • LPD 7.4 de didactische uitstap evalueren in functie van de doelstellingen.

OVSG: TV Toegepaste economie/TV Boekhouding/TV Recht/AV Economie (0/2/2014/313):

  • LPD 110: Een omschrijving kunnen geven van de logistieke sector en illustreren met concrete voorbeelden van bedrijven.
  • LPD 111: Verschillende beroepen in de logistieke sector kunnen toelichten.
  • LPD 113: De actuele trends in de logistieke sector kunnen opzoeken en bespreken.
  • LPD 115:Het belang van opslaglogistiek in de logistieke keten kunnen aantonen.
  • LPD 116: De kenmerken van opslagmethoden en hulpmiddelen in een opslagplaats en een distributiecentrum kunnen opzoeken en toelichten.
  • LPD 117: Enkele aandachtspunten kunnen formuleren voor duurzame logistiek.

KOV: Bedrijfseconomie (2017/13.758/005)

  • LPD 99: De functies van de verpakking en het belang van de verpakking voor de marketingmix toelichten en illustreren met voorbeelden.
  • LPD 185: De goederen- en informatiestroom opvolgen binnen een ERP-omgeving.
  • LPD 188: Het gebruik van de CMR bij intracommunautaire handel toelichten aan de hand van een voorbeeld.
  • LPD 189: Het gebruik van de belangrijkste documenten bij internationale handel met derdelanden toelichten aan de hand van een voorbeeld.

VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN

STAM:

  • 1: Lln brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk (communicatief vermogen).
  • 4: Lln blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven (doorzettingsvermogen).
  • 8: Lln benutten leerkansen in diverse situaties (exploreren).
  • 18: Lln gedragen zich respectvol (respect).
  • 19: Lln dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen (samenwerken).
  • 20: Lln nemen verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen, in relaties met anderen en in de samenleving (verantwoordelijkheid).
  • 25: Lln stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en aan dat van anderen (zorgvuldigheid).

CONTEXT:

Context 1: Lichamelijke gezondheid en veiligheid

  • 4: Lln nemen een ergonomische en gevarieerde sta-, zit-, werk- en tilhouding aan.
  • 11: Lln passen veiligheidsvoorschriften toe en nemen voorzorgen voor een veilige leef- en werkomgeving.

Context 5: Politiek-juridische samenleving

  • 13: Lln geven voorbeelden die duidelijk maken hoe mondialisering voordelen, problemen en conflicten inhoudt.

Context 6: Socio-economische samenleving

  • 5: Lln geven voorbeelden van het veranderlijk karakter van arbeid en economische activiteiten.
  • 6: Lln geven voorbeelden van factoren die de waardering van goederen en diensten beïnvloeden.

LEREN LEREN:

  • 4: De leerlingen kunnen verwerkte informatie vakoverstijgend en in verschillende situaties functioneel toepassen.
  • 14: De leerlingen zijn bereid alle studierichtingen en beroepen naar waarde te schatten.

LEERPLANDOELSTELLINGEN

Go! (2006/042)

Attitudes beroepshouding:

  • Zin voor samenwerking: willen bijdragen tot een leef- en werkomgeving als gemeenschap van mensen;
  • Leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen, zich door middel van actualiteit op de hoogte houden van nieuwe gegevens;
  • Resultaatgerichtheid: gedreven naar het einddoel van de activiteit toewerken;
  • Zelfstandigheid en zin voor initiatief: zelfstandig aan een taak kunnen werken en problemen durven aanpakken;
  • Ruime en actieve belangstelling tonen voor alle aspecten van economie, de theorie kunnen toetsen aan de werkelijkheid.

Naast de kennishouding moeten de leerlingen:

  • Zelfstandig problemen kunnen aanpakken door het aankweken van onder andere de volgende attitudes:
    • aanpassingsvermogen;
    • kritisch-ethische opstelling;
    • efficiëntie, productiviteit en zelfwerkzaamheid;
  • Zin voor afwerking, orde, netheid en nauwkeurigheid (ook op het vlak van talen);
  • Algemene belangstelling, breeddenkendheid en openheid;
  • Concentratievermogen, doorzettingsvermogen en beslissingsvermogen;
  • Kunnen luisteren, afspraken naleven;
  • Verantwoordelijkheidszin;
  • Zin voor objectiviteit, waarheid en eerlijkheid, rechtvaardigheid;
  • Zin voor bescheidenheid;
  • Bereidheid eigen fouten te verbeteren.

Bedrijfsbeleid:

  • LPD 1.3aantonen dat naast het winstprincipe een onderneming ook een verantwoordelijkheidsopdracht heeft m.b.t. zorg voor het milieu, klantgerichtheid en welbevinden van de werknemer;
  • LPD 1.4aantonen dat ondernemingen ook andere doelstellingen kunnen nastreven zoals ethisch en duurzaam ondernemen.
  • LPD 4.1het belang van een financieel plan aantonen en een eenvoudig financieel plan opstellen;
  • LPD 4.3aan de hand van een concreet voorbeeld een investeringsbeslissing op basis van verschillende methoden (terugverdientijd, gemiddeld rendement – ROI, netto contante waarde – NPV …) motiveren;
  • LPD 4.4de noodzaak van budgettering aantonen en de voornaamste aspecten weergeven.

Complementair gedeelte: bedrijfsbeheer

  • LPD 1.2.4.1 de keuze van een mogelijke vestigingsplaats motiveren;
  • LPD 1.2.4.2 de voor- en nadelen van een mogelijke vestigingsplaats beoordelen in een concrete situatie;
  • LPD 1.2.4.3 de voor- en nadelen afwegen bij het keuzeprobleem: kopen, leasen of huren van een onroerend goed;

OVSG (O/2/2006/298)

Bedrijfseconomie: de ondernemingen

  • LPD 26 Investeringsbeslissingen kunnen beoordelen.
  • LPD 27 Methodes kunnen beschrijven die ondernemingen toepassen om het productie- en voorraadbeleid te optimaliseren.
  • LPD 29 Kunnen aangeven welke rol het ondernemingsbudget vervult bij het ondernemingsbeleid en de voornaamste onderdelen van het budget kunnen weergeven.

KOV (D/2006/0279/051)

Algemene economie

Internationale economische betrekkingen

  • De leerlingen kunnen het ontstaan van internationale handel verklaren

Bedrijfswetenschappen

Ondernemen is toegevoegde waarde creëren

  • De leerlingen kunnen aantonen hoe bepaalde instrumenten (voorraadcontrole, just in time, teamwork, kwaliteitscontrole, etc.) en methodes kunnen aangewend worden om kosten en opbrengsten te optimaliseren.
  • De leerlingen kunnen de investeringen beoordelen in functie van de strategiekeuze.

Ondernemen is toegevoegde waarde verdelen

  • De leerlingen kunnen aantonen dat een onderneming naast een economische verantwoordelijkheid ook een sociale en ecologische verantwoordelijkheid draagt.

Ondernemen is prestaties evalueren

  • De leerlingen kunnen aantonen hoe het budget als controle-instrument kan gebruikt worden ter bewaking van de ondernemingsdoelstellingen.

VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN

STAM:

  • 1: lln brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk (communicatief vermogen).
  • 4: lln blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven (doorzettingsvermogen).
  • 8: lln benutten leerkansen in diverse situaties (exploreren).
  • 11: lln kunnen gegevens, handelwijzen en redeneringen ter discussie stellen a.d.h. van relevante criteria (kritisch denken).
  • 12: lln zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te maken.
  • 13: lln kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken.
  • 18: lln gedragen zich respectvol (respect).
  • 19: lln dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen (samenwerken).
  • 25: lln stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en aan dat van anderen (zorgvuldigheid).

CONTEXT:

Context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling

  • De leerlingen herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen economische, sociale en ecologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid.

Context 5: Politiek-juridische samenleving

  • 5: Lln tonen aan dat het samenleven in een democratische rechtsstaat gebaseerd is op rechten en plichten die gelden voor burgers, organisaties en overheid.
  • 13: lln  geven voorbeelden die duidelijk maken hoe de mondialisering voordelen, problemen en conflicten inhoudt.

Context 6: Socio-economische samenleving

  • 4: lln hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs-kwaliteit en duurzame ontwikkeling als voor de rechten van de consument.
  • 5: lln geven voorbeelden van het veranderlijke karakter van arbeid en economische activiteiten.
  • 6: lln De leerlingen geven voorbeelden van factoren die de waardering van goederen en diensten beïnvloeden.
  • 9: lln lichten de rol toe van ondernemingen, werkgevers- en werknemersorganisaties in een nationale en internationale context.

LEREN LEREN:

  • 3: De leerlingen kunnen diverse informatiebronnen en -kanalen kritisch kiezen en raadplegen met het oog op te bereiken doelen.
  • 4: De leerlingen kunnen verwerkte informatie vakoverstijgend en in verschillende situaties functioneel toepassen.
  • 6: De leerlingen kunnen op basis van hypothesen en verwachtingen mogelijke oplossingswijzen realistisch inschatten en uitvoeren.
  • 7: De leerlingen evalueren de gekozen oplossingswijze en de oplossing en gaan eventueel op zoek naar een alternatief.

LEERPLANDOELSTELLINGEN

Go! AV Economie (2005/089)

Algemene Doelstellingen

ACCURATESSE:

  • in staat zijn binnen de voorgeschreven tijd een taak nauwkeurig uitvoeren, voltooien en afwerken volgens de vooropgestelde eisen;
  • in staat zijn om eenvoudige fouten op te sporen en te herstellen;
  • aandacht besteden aan de oorzaak van de fout;
  • eventuele voorstellen tot aanpassing kunnen formuleren om die fouten in de toekomst te vermijden.

RESULTAATGERICHTHEID:

  • in staat zijn binnen een bepaalde tijd een vooropgesteld resultaat te bereiken.

ZIN VOOR SAMENWERKING:

  • in staat zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken;
  • bereid zijn om het werk te bespreken.

OVSG TV Toegepaste informatica (0/2/2011/303)

Algemene vakdoelstellingen

  • het aanleren van een gestructureerde werkmethode
  • een grondige analyse van de opdracht
  • een kritische kijk op verschillende oplossingstechnieken
  • een kritische kijk op de voorgestelde oplossingen
  • het oefenen van de sociale vaardigheden door de oplossing te verdedigen, aan te passen
  • het oefenen in het maken van een duidelijk en verzorgd resultaat

KOV(D/2017/13.758/006)

Bedrijfseconomie

  • LPD 148 Het begrip voorraad toelichten, in relatie met klanten en leveranciers.
  • LPD 149 Het doel van de voorraadadministratie en de belangrijkste begrippen in verband met voorraad toelichten.

VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN

STAM:

  • 1: lln brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk (communicatief vermogen).
  • 4: lln blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven (doorzettingsvermogen).
  • 8: lln benutten leerkansen in diverse situaties (exploreren).
  • 18: lln gedragen zich respectvol (respect).
  • 19: lln dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen (samenwerken).
  • 20: lln nemen verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen, in relaties met anderen en in de samenleving (verantwoordelijkheid).
  • 25: lln stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en aan dat van anderen (zorgvuldigheid).

CONTEXT:

Context 1: Lichamelijke gezondheid en veiligheid

  • 4: nemen een ergonomische en gevarieerde sta-, zit-, werk- en tilhouding aan.
  • 11: passen veiligheidsvoorschriften toe en nemen voorzorgen voor een veilige leef- en werkomgeving.

Context 5: Politiek-juridische samenleving

  • 13: geven voorbeelden die duidelijk maken hoe mondialisering voordelen, problemen en conflicten inhoudt.

Context 6: Socio-economische samenleving

  • 5: geven voorbeelden van het veranderlijk karakter van arbeid en economische activiteiten.
  • 6: geven voorbeelden van factoren die de waardering van goederen en diensten beïnvloeden.

LEREN LEREN:

  • 4: De leerlingen kunnen verwerkte informatie vakoverstijgend en in verschillende situaties functioneel toepassen.
  • 14: De leerlingen zijn bereid alle studierichtingen en beroepen naar waarde te schatten.

LEERPLANDOELSTELLINGEN

Go!AV Economie; 2006/042

Attitudes beroepshouding:

  • Zin voor samenwerking: willen bijdragen tot een leef- en werkomgeving als gemeenschap van mensen;
  • Leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen, zich door middel van actualiteit op de hoogte houden van nieuwe gegevens;
  • Resultaatgerichtheid: gedreven naar het einddoel van de activiteit toewerken;
  • Zelfstandigheid en zin voor initiatief: zelfstandig aan een taak kunnen werken en problemen durven aanpakken;
  • Ruime en actieve belangstelling tonen voor alle aspecten van economie, de theorie kunnen toetsen aan de werkelijkheid.

Naast de kennishouding moeten de leerlingen:

  • Zelfstandig problemen kunnen aanpakken door het aankweken van onder andere de volgende attitudes:
    • aanpassingsvermogen;
    • kritisch-ethische opstelling;
    • efficiëntie, productiviteit en zelfwerkzaamheid;
    • zin voor afwerking, orde, netheid en nauwkeurigheid (ook op het vlak van talen);
    • algemene belangstelling, breeddenkendheid en openheid;
    • concentratievermogen, doorzettingsvermogen en beslissingsvermogen;
    • kunnen luisteren, afspraken naleven;
    • verantwoordelijkheidszin;
    • zin voor objectiviteit, waarheid en eerlijkheid, rechtvaardigheid;
    • zin voor bescheidenheid;
    • bereidheid eigen fouten te verbeteren.

OVSG

Wiskunde (0/2/2006/425):

Algemene vaardigheden en attitudes:

  • Wiskundige problemen planmatig kunnen aanpakken (door eventueel hiërarchisch op te splitsen in deelproblemen).
  • Voorbeelden kunnen geven van reële problemen die met behulp van wiskunde kunnen worden opgelost.
  • Kennis, inzicht en vaardigheden verworven in wiskunde bij het verkennen, vertolken en verklaren van problemen uit de realiteit kunnen gebruiken.
  • Een zin voor nauwkeurigheid aan de dag leggen bij het handteren en toepassen van wiskunde
  • Gericht zijn op samenwerking om de eigen mogelijkheden te vergroten.

KOV

Wiskunde (D/2004/0279/019): Algemene eindtermen

De leerlingen kunnen:

  • Wiskundige problemen planmatig aanpakken (door eventueel hiërarchisch op te splitsen in deelproblemen).
  • Voorbeelden geven van reële problemen die met behulp van wiskunde kunnen worden opgelost.
  • Kennis, inzicht en vaardigheden die ze verwerven in wiskunde bij het verkennen, vertolken en verklaren van problemen uit de realiteit gebruiken.

De leerlingen:

  • Leggen een zin voor nauwkeurigheid aan de dag bij het hanteren en het toepassen van wiskunde.
  • Zijn gericht op samenwerking om de eigen mogelijkheden te vergroten.

VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN

STAM:

  • 1: Lln brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk (communicatief vermogen).
  • 4: Lln blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven (doorzettingsvermogen).
  • 8: Lln benutten leerkansen in diverse situaties (exploreren).
  • 18: Lln gedragen zich respectvol (respect).
  • 19: Lln dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen (samenwerken).
  • 20: Lln nemen verantwoordelijkheid op voor het eigen handelen, in relaties met anderen en in de samenleving (verantwoordelijkheid).
  • 25: Lln stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en aan dat van anderen (zorgvuldigheid).

CONTEXT:

Context 1: Lichamelijke gezondheid en veiligheid

  • 4: Lln nemen een ergonomische en gevarieerde sta-, zit-, werk- en tilhouding aan.
  • 11: Lln passen veiligheidsvoorschriften toe en nemen voorzorgen voor een veilige leef- en werkomgeving.

Context 5: Politiek-juridische samenleving

  • 13: Lln geven voorbeelden die duidelijk maken hoe mondialisering voordelen, problemen en conflicten inhoudt.

Context 6: Socio-economische samenleving

  • 5: Lln geven voorbeelden van het veranderlijk karakter van arbeid en economische activiteiten.
  • 6: Lln geven voorbeelden van factoren die de waardering van goederen en diensten beïnvloeden.

LEREN LEREN:

  • 4: De leerlingen kunnen verwerkte informatie vakoverstijgend en in verschillende situaties functioneel toepassen.
  • 14: De leerlingen zijn bereid alle studierichtingen en beroepen naar waarde te schatten.

LEERPLANDOELSTELLINGEN

GO! en OVSG   Project Algemene Vakken (alle richtingen) (00-2017-008)

Domein problemen oplossen:

  • LPD 19: De leerlingen kunnen zelfstandig de essentie van een probleem vatten en omschrijven.
  • LPD 20: De leerlingen kunnen bij een probleem beïnvloedende factoren achterhalen, ze vervolgens volgens belangrijkheid rangschikken en de relaties ertussen aangeven.
  • LPD 21: De leerlingen kunnen voor een probleemstelling de meest geschikte oplossingsstrategie kiezen.
  • LPD 22: De leerlingen kunnen een planning opmaken en ze uitvoeren.
  • LPD 23: De leerlingen kunnen bij elke stap de gevolgde strategie evalueren en eventueel bijsturen.
  • LPD 24: De leerlingen kunnen het resultaat van het proces evalueren en de gevolgde strategie optimaliseren.
  • LPD 25: De leerlingen kunnen bij het oplossen van problemen rekening houden met comfort, veiligheid en hygiëne

Domein werken in teamverband:

  • LPD 26: De leerlingen kunnen met het oog op een te bereiken doel over de aanpak, de taakverdeling en de verantwoordelijkheden van een groepsopdracht overleggen en onderhandelen.
  • LPD 27: De leerlingen kunnen zich bij een groepsopdracht constructief aansluiten bij een in team genomen beslissing.
  • LPD 28: De leerlingen kunnen de eigen taken van een groepsopdracht volgens afspraken uitvoeren.
  • LPD 29: De leerlingen kunnen de eigen bijdrage, zowel qua proces als qua product, tussentijds evalueren en eventueel bijsturen.
  • LPD 30: De leerlingen kunnen over de eigen bijdrage aan een groepsopdracht beknopt verslag uitbrengen en erover communiceren.
  • LPD 31: De leerlingen kunnen het groepsresultaat en de teamwerking bespreken met het oog op conclusies over de eigen interactievaardigheden.
  • LPD 32: De leerlingen kunnen empathie, loyauteit en wederzijds respect tonen.

Go! en OVSG Logistiek, studiegebied Handel  (00-2018-006)

Module1: Logistieke keten

  • LPD 1.1 Het begrip “logistiek” omschrijven.
  • LPD 1.2 Het belang van de logistiek voor de economie omschrijven.
  • LPD 1.3 De evolutie met betrekking tot de rol van de logistiek in de economie met concrete voorbeelden illustreren.
  • LPD 2.1 De logistieke keten (aankooplogistiek/inkooplogistiek, productielogistiek, distributielogistiek en retourlogistiek) schematiseren en met concrete voorbeelden illustreren.
  • LPD 3.1 De begrippen “inkooplogistiek”/“aankooplogistiek” omschrijven en met concrete voorbeelden illustreren.
  • LPD 3.2 Bepalende factoren die van invloed zijn op het inkoopproces zoals leverancierskeuze, transportmodi, incoterms, aansprakelijkheid … omschrijven en met concrete voorbeelden illustreren.
  • LPD 4.4 Het begrip “Just In Time” omschrijven en de invloed op de logistieke keten illustreren.
  • LPD 5.1 Het distributieproces schematisch voorstellen.
  • LPD 5.2 De verschillende logistieke bedrijven naar soort (distributiecentra, groothandelsbedrijven, groupagecentra, public warehouses, transportbedrijven …) opdelen.
  • LPD 5.3 Het onderscheid tussen productie- en distributiemagazijnen omschrijven en met concrete voorbeelden illustreren.

Module 3: Logistiek – veldwerk

  • LPD 1.1 De doelstellingen van de didactische uitstap formuleren.
  • LPD 1.2 In samenwerking met de leerkracht de didactische uitstap voorbereiden.
  • LPD 1.3 Verslag over de didactische uitstap uitbrengen.
  • LPD 1.4 De didactische uitstap evalueren in functie van de doelstellingen.

KOV PROJECT ALGEMENE VAKKEN (alle richtingen) (D/2014/7841/034)

Leerlijncluster: probleemoplossend denken

  • LPD 11: Zelfstandig een probleem onderkennen en omschrijven.
  • LPD 12: Zelfstandig een probleem analyseren:
    • beïnvloedende factoren achterhalen;
    • beïnvloedende factoren volgens belangrijkheid rangschikken;
    • relaties tussen de factoren aangeven;
  • LPD 13: Een gepaste oplossingsstrategie kiezen, plannen en uitvoeren.
  • LPD 14: De uitvoering, het proces en het resultaat van de gevolgde oplossingsstrategieevalueren, bijsturen en optimaliseren.
  • LPD 15: Bij het oplossen van een probleemrekening houden metmaatschappelijke en ethische normen zoals:
    • comfort;
    • veiligheid;
    • hygiëne;
    • privacy;
    • solidariteit;
    • respect;

Leerlijncluster: Individueel werk en groepswerk

  • LPD 16: Om een doel te bereiken, met een team overleggen en onderhandelen over:
    • aanpak;
    • taakverdeling;
    • verantwoordelijkheid
  • LPD 17: Als teamlid de eigen taken volgens afspraak realiseren.
  • LPD 18: Over eigen bijdrage, teamwerking, interactievaardigheden en groepsresultaat reflecteren.
  • LPD 19: De eigen bijdrage, de teamwerking, de interactievaardigheden en het groepsresultaat evalueren en bijsturen.
  • LPD 20: Over eigen bijdrage, teamwerking, interactievaardigheden en groepsresultaat verslag uitbrengen.

VAKOVERSCHRIJDENDE EINDTERMEN

STAM:

  • 1: Lln brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk (communicatief vermogen).
  • 4: Lln blijven, ondanks moeilijkheden, een doel nastreven (doorzettingsvermogen).
  • 8: Lln benutten leerkansen in diverse situaties (exploreren).
  • 11: Lln kunnen gegevens, handelwijzen en redeneringen ter discussie stellen a.d.h. van relevante criteria (kritisch denken).
  • 12: Lln zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te maken.
  • 13: Lln kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken.
  • 18: Lln gedragen zich respectvol (respect).
  • 19: Lln dragen actief bij tot het realiseren van gemeenschappelijke doelen (samenwerken).
  • 25: Lln stellen kwaliteitseisen aan hun eigen werk en aan dat van anderen (zorgvuldigheid).

CONTEXT:

Context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling

  • 2: De leerlingen herkennen in duurzaamheidsvraagstukken de verwevenheid tussen economische, sociale en ecologische aspecten en herkennen de invloed van techniek en beleid.

Context 5: Politiek-juridische samenleving

  • 5: Lln tonen aan dat het samenleven in een democratische rechtsstaat gebaseerd is op rechten en plichten die gelden voor burgers, organisaties en overheid.
  • 13: Lln  geven voorbeelden die duidelijk maken hoe de mondialisering voordelen, problemen en conflicten inhoudt.

Context 6: Socio-economische samenleving

  • 4: Lln hebben bij het kopen van goederen en het gebruiken van diensten zowel oog voor prijs-kwaliteit en duurzame ontwikkeling als voor de rechten van de consument.
  • 5: Lln geven voorbeelden van het veranderlijke karakter van arbeid en economische activiteiten.
  • 6: De leerlingen geven voorbeelden van factoren die de waardering van goederen en diensten beïnvloeden.
  • 9: Lln lichten de rol toe van ondernemingen, werkgevers- en werknemersorganisaties in een nationale en internationale context.

LEREN LEREN:

  • 3: De leerlingen kunnen diverse informatiebronnen en -kanalen kritisch kiezen en raadplegen met het oog op te bereiken doelen.
  • 4: De leerlingen kunnen verwerkte informatie vakoverstijgend en in verschillende situaties functioneel toepassen.
  • 6: De leerlingen kunnen op basis van hypothesen en verwachtingen mogelijke oplossingswijzen realistisch inschatten en uitvoeren.
  • 7: De leerlingen evalueren de gekozen oplossingswijze en de oplossing en gaan eventueel op zoek naar een alternatief.